Letra de Barcarole
Gaat fijn in 't huw'lijksbootje varen

Ik wens u allen goede reis

Terwijl'k aan wal u na blijf staren

Verg'noeg ik m'op een and're wijz'

Men ziet er vaak die schipbreuk lijden die worden gered

Ik voor mij blijf 't gevaar vermijden; alleen ga'k naar bed

'k Vermijd dus de storm; zo blijf ik steeds gered

Tra la, la, la, la, zwem jij maar voort, ik blijf gered



Als men het reisje gaat beginnen

Denkt men dat 't altoos goed zal gaan

Dat men elkaar altijd zal minnen;

Geen kwelling met ons scheep zal gaan

Maar later, 't moet u niet verwond'ren, keert het anders om:

De vrouw, wier zachtheid wij bewond'ren, begint haar gebrom

De storm loeit, de donder rolt

Rom dom, rom, rom, rom, dom, dom

Neen, 'k blijf aan wal en stoor mij nergens om